Positieve Gezondheid goede basis voor leefstijllessen

Bij Noorderpoort volgen de studenten het Vitaal Burgerschap-programma. “Eerstejaars studenten krijgen drie periodes sport en één periode leefstijllessen,” vertelt Lisette Wierda. Zij is een van de docenten van het team Noordersport die de leefstijllessen verzorgt. “Daarnaast organiseren we sport- en gezondheidsevenementen.”
 

Eigen sportcentrum

Noorderpoort heeft sinds 2018 zelfs een eigen sportcentrum. Hier komen de studenten van verschillende opleidingen samen. “Het sportcentrum zo is georganiseerd dat er per uur acht verschillende lessen worden aangeboden,” vertelt Wietse Baas, Gezonde School-coördinator op het Noorderpoort. “Zo kunnen we studenten dus keuzemogelijkheden bieden. Dat is vrij nieuw binnen het mbo-onderwijs. Het maakt dat studenten gemotiveerder zijn om de sportlessen te volgen. Bovendien kunnen de docenten worden ingezet op hun passie en kwaliteiten.”
 

Leefstijllessen

De leefstijllessen zijn theorielessen die gaan over een gezonde leefstijl, gebaseerd op het concept ‘positieve gezondheid’ waar huisarts Machteld Huber de grondlegger van is. Bij positieve gezondheid ligt het accent niet op ziekte, maar op mensen zelf, op hun veerkracht en op wat hun leven betekenisvol maakt. “Het concept kent zes pijlers die wij gebruiken als kapstok voor de lessen,” vertelt Baas. “Die pijlers zijn: lichaamsfuncties, mentaal welbevinden, meedoen, zingeving, dagelijks functioneren en kwaliteit van leven. In de lessen besteden we aandacht aan kritische denkvaardigheden en leefstijlvraagstukken die bij de studenten leven. Bij positieve gezondheid vul je een test in, die niet bedoeld is om je een goede of slecht score te geven. Het is een instrument om met elkaar in gesprek te komen. Dat wordt positief ontvangen.”

“De leefstijllessen starten met een introductieles positieve gezondheid waarbij de studenten het ‘spinnenweb’ van Machteld Huber invullen,” vertelt Baas, die zelf ook deze lessen verzorgt. “Daarna geven we over elk thema één les, dan volgen nog twee verdiepingslessen en tijdens de laatste les kunnen de studenten presenteren wat ze hebben geleerd.” Docent Wierda licht toe dat het doel van de lessen vooral is om de studenten met elkaar in gesprek te laten gaan over het betreffende thema. “We willen zo veel mogelijk vanuit henzelf laten komen.”
 

Openhartig

Die opzet werkt goed volgens Baas. “Er zijn best veel studenten die openhartig vertellen over de dingen die ze meemaken en ervaren. Vorig jaar vertelde iemand tijdens de les dat hij een gendertransformatie wilde ondergaan. Blijkbaar was het veilig genoeg om daarvoor uit te komen. Dat vond ik een heel bijzonder moment.” Baas ziet dat studenten op een positieve manier op elkaar reageren, steunend zijn naar elkaar toe. “Ik denk dat ze ook veel herkennen. Ik gaf deze week bijvoorbeeld een les over kwaliteit van leven, waarin een burn-out aan de orde komt. De helft van de klas kende wel iemand die een burn-out heeft gehad. Zo ontstaan er interessante gesprekken.”
 

Niet alleen

Ook Wierda merkt dat studenten op een gegeven moment meer durven te vertellen. “Laatst vertelde een student dat zij diabetes had. Ze legde uit wat dat inhield, wat ze allemaal moest doen en waar ze rekening mee moest houden. De hele klas leefde mee; ‘Oh jeetje, moet je dat doorstaan, wat moeilijk voor je’. Ik zag gewoon de opluchting op haar gezicht.” “Je krijgt een soort lotgenotencontact,” vult Baas aan. “De dingen die je meemaakt in het dagelijks leven, daar sta je niet alleen voor. Want anderen hebben dat ook. Dat maakt dat de studenten deze lessen als prettig ervaren.”
 

Lees ook 'Wat als studenten niet mee kunnen doen met sportlessen?'