Lekker bewegen in de pauze

Jules: “In de gymles lukt het ons al redelijk goed om leerlingen in beweging te krijgen. Daarom zochten we naar andere momenten om leerlingen gedurende de schooldag te activeren. De inrichting van de klaslokalen, het schoolplein en de aula nodigt niet uit om te bewegen tijdens de les of in de pauze. Zonde!” Op het Aeres VMBO kijken ze verder dan de gymles. Bijvoorbeeld door het schoolplein te vergroenen en beweegvriendelijker te maken, maar ook door Pauzesport.

Het idee achter Pauzesport is simpel: vier keer per week is de gymzaal open in de pauze. Leerlingen kunnen even bewegen en worden hierin begeleid door een gymdocent. Jules legt uit: “Er hangt een rooster op de deur, zodat leerlingen weten wanneer er Pauzesport is. De gymzaal wordt in drie vakken verdeeld. Meestal is er een voetbal- en een basketbalvak en in het derde vak mogen leerlingen zelf kiezen wat ze doen. Bijvoorbeeld met een groot springtouw met een groep touwtje springen.” Het draait er volgens Jules vooral om dat leerlingen lekker bewegen. “Ze hoeven zich niet om te kleden, alleen de sokken en schoenen gaan uit.” Hoe intensief leerlingen bewegen verschilt: “De een komt met een rood hoofd de gymzaal uit, de ander doet het wat rustiger aan. Maar het is allebei prima.”

Pauzesport is geen methode, maar iets wat Jules en collega’s zelf bedacht hebben. Jules: “We hebben wel gekeken naar wat andere scholen doen en ook de gelijknamige methode van Beweegwijs hebben we bestudeerd. Maar we geven er onze eigen draai aan.” Anders dan bij Beweegwijs, wordt Pauzesport op het Aeres VMBO begeleid door gymdocenten. Jules: “Daarnaast nodigen we af en toe vakdocenten uit om mee te doen met de activiteiten. We hebben bijvoorbeeld een zorgcoördinator die eredivisie tafeltennis heeft gespeeld. Als de tafeltennistafel er staat vinden leerlingen het natuurlijk tof om tegen hem te spelen.”

De activiteiten die bij Pauzesport aangeboden worden, zijn simpel. Het moet niet veel tijd kosten om de activiteit te begrijpen, want anders gaat een groot deel van de beschikbare pauzetijd op aan instructie. Hoe hou je het toch uitdagend? Jules: “We hebben iedere week een andere challenge waar leerlingen aan mee kunnen doen. Bijvoorbeeld: hoe vaak kun je touwtje springen in één minuut? Hoe vaak kun je de bal hooghouden? Hoe lang kun je aan een spijkerbroek blijven hangen? Wie kan de hoogste blokkentoren bouwen?” Die diversiteit in de challenges is volgens Jules belangrijk om juist ook een doelgroep aan te spreken die normaal niet staat te popelen om te bewegen. “Het wedstrijdelement én de variatie aan challenges helpt om andere leerlingen te betrekken.”

Het enthousiasmeren van die inactieve groep leerlingen is voor Jules belangrijk: “Bij veel beweeginterventies enthousiasmeer je vooral de groep leerlingen die intrinsiek gemotiveerd zijn om te bewegen. Het helpt om dingen te organiseren in de gymzaal of op het schoolplein. Ik zie soms kinderen binnenkomen die ik niet had verwacht en dat vind ik mooi om te zien.” Als Pauzesport een keertje niet doorgaat merkt Jules pas echt hoe het leeft onder leerlingen: “De reacties van leerlingen die het jammer vinden als het niet doorgaat, die vind ik misschien nog wel het mooiste.”

Het is soms lastig om vakdocenten zover te krijgen om mee te bewegen. Jules: “Je komt toch aan hun pauze en het ‘even niets’. Tegelijkertijd is de relatie met je leerlingen ontzettend belangrijk, zeker op het VMBO en we zien dat Pauzesport daaraan bijdraagt.” Daarom vindt Jules het belangrijk dat docenten betrokken zijn bij dit soort activiteiten zodat ze leerlingen ook buiten hun lessen om in de gymzaal zien. Maar daar staat niet iedereen voor open, vertelt Jules: “Niet iedereen ziet daar het belang van in, helaas. Maar er zijn zeker docenten die het wél leuk vinden én, onder andere door Pauzesport, hun relatie met leerlingen zien verbeteren.”

Lees ook 'Wiebelen mag in het dynamische klaslokaal'.

Lees ook 'Aansluiten bij sportakkoord, wat levert het op?'