Een meisje van elf jaar vindt de moed om vlak voor het einde van de schooldag met de directeur van haar school te praten. Ze vertelt dat ze niet terug naar huis wil: waar de juf over had verteld tijdens de Week van de Lentekriebels doet haar vader ook bij haar. Hoe handel je als onderwijsprofessional op zo’n moment? Over seksueel grensoverschrijdend gedrag en de signaleringsrol van de school.
Het zal je maar gebeuren dat een leerling zoiets heftigs met je deelt. Het gebeurde schooldirecteur Julia. Bij welke instanties kun je terecht? Wie bel je? Maar ook: hoe kun je incidenten van seksueel grensoverschrijdend gedrag helpen voorkomen en zo vroeg mogelijk signaleren?
Helaas kunnen kinderen al op jonge leeftijd te maken krijgen met seksueel grensoverschrijdend gedrag: van ongewenste sexting en ongewenste aanrakingen tot seksuele intimidatie op straat of structureel misbruik thuis of op school. Aandacht besteden aan relaties en seksualiteit, bijvoorbeeld met de Gezonde School-aanpak, helpt leerlingen bij het leren aangeven wat hun grenzen en wensen zijn en bij het respecteren van de grenzen van anderen.
The Voice
Ook kan het voorkomen dat leerlingen en studenten naar aanleiding van een les over seks en seksueel grensoverschrijdend gedrag erachter komen dat wat ze hebben ervaren niet pluis was. Soms durven ze die ervaringen vervolgens te delen. Denk aan de periode dat seksuele intimidatie bij The Voice of Holland aan het licht kwam door een uitzending van BOOS. In de week na deze uitzending kreeg het Centrum Seksueel Geweld (CSG) 5 keer zoveel telefoontjes en 28 keer zoveel chats vergeleken met dezelfde periode het jaar daarvoor.
Aantal minderjarige slachtoffers
Het daadwerkelijke aantal minderjarigen dat te maken krijgt met seksueel geweld is waarschijnlijk veel groter dan het aantal dat bekend is. Bekend zijn bijvoorbeeld gevallen die geregistreerd zijn bij de politie of waarvan melding is gedaan bij het Centrum Seksueel Geweld (CSG). Deze vormen dus maar het topje van de ijsberg. Voor de Slachtoffermonitor Seksueel geweld tegen kinderen (2017-2021) is een betrouwbare schatting gemaakt van het percentage Nederlandse jongeren dat slachtoffer is geworden van een vorm van seksueel geweld. Dit komt uit de monitor naar voren:
- 13,9% van de meiden en 3,1% van de jongens in de leeftijd van 16 tot en met 17 jaar heeft een vorm van fysiek seksueel geweld meegemaakt.
- 21,7% van de meiden en 6,4% van de jongens in deze leeftijd is slachtoffer van een vorm van niet-fysieke seksuele intimidatie.
- 28,5% van de meiden en 9,3% van de jongens heeft een vorm van online seksuele intimidatie meegemaakt.
- Het aantal meldingen van minderjarige slachtoffers van seksueel misbruik bij het CSG steeg van 814 meldingen in 2017 naar 1839 in 2021. Bij meldpunt Veilig Thuis was ook een toename te zien.
- Het totaal aantal minderjarige slachtoffers in beeld bij de politie bleef van 2019 tot en met 2021 ongeveer gelijk: er waren rond de 3300 meldingen.
Naaktfoto’s
De kans is groot dat je als professional in het onderwijs een keer te maken krijgt met seksueel grensoverschrijdend gedrag op je school. Julia Bredero (niet haar echte naam) kreeg als directeur van een basisschool te maken met diverse incidenten: een jongen uit groep 5 was met zijn hand in het broekje gegaan van een 4-jarig meisje. En in een geval van shame-sexting hadden twee jongens de naaktfoto’s van twee meisjes doorgestuurd.
Emoties lopen hoog op
In beide gevallen ging Julia het gesprek aan met de ouders en liepen de emoties hoog op. In de sexting-situatie zelfs zo zeer dat Julia 112 moest bellen. “Ik was beginnend directeur en handelde op mijn gevoel. Ik had geen protocol liggen. Ik had de ouders van zowel de jongens als de meisjes gevraagd naar school te komen en wilde apart met ze in gesprek. Toen de vader van de een van de meisjes toch de vader van een van de jongens zag lopen en hem te lijf wilde gaan, wist ik dat ik snel moest handelen. Gelukkig heb ik direct 112 gebeld. De politie ging professioneel te werk en wist de situatie ontzettend knap te de-escaleren.”
Expert over sexting
“Sexting komt steeds vaker voor”, legt Manouk Vermeulen uit. Zij werkt bij Rutgers aan seksuele vorming. “Waar er vroeger meer face-to-face werd geflirt, sturen jongeren elkaar steeds vaker foto’s via hun telefoon. Het hoort erbij en veel jongeren vinden het leuk om te doen. Er ontstaan pas problemen als de foto’s ongevraagd worden doorgestuurd. Het is belangrijk om te waken voor victim blaming. Dat ouders of docenten niet zeggen: ‘Hoe had je zo dom kunnen zijn om zo’n foto te sturen?’ De focus moet liggen op het niet ongevraagd doorsturen van foto’s of filmpjes. In het geval van seksuele intimidatie via de telefoon zie je dat meisjes eerder als een slachtoffer gezien worden, terwijl ook jongens het slachtoffer worden.”
Meer aandacht voor relaties en seksualiteit
Julia merkte door de incidenten op haar school dat meer aandacht besteden aan relaties en seksualiteit noodzakelijk was. “Onze school staat in een achterstandswijk met veel culturele diversiteit en gezinnen met multiproblematiek. Bij veel van onze leerlingen thuis wordt er niet gesproken over deze onderwerpen. De GGD gaf me de tip om via een stimuleringsregeling van Gezonde School met het thema Relaties en seksualiteit aan de slag te gaan.”
Vlaggensysteem
Dit gaf Julia al een hoop handvatten. Zo ging ze werken met het Vlaggensysteem, een instrument om seksueel gedrag bij kinderen en jongeren te herkennen en te duiden. Dit hielp Julia en haar team om situaties objectief te kunnen beoordelen: “Het systeem is een naslagwerk met daarin per leeftijd omschreven wat de normale seksuele ontwikkeling is, wat licht grensoverschrijdend is en wat ernstig grensoverschrijdend is. Als een kleuter bijvoorbeeld een hand in de broek van een andere kleuter steekt, is dit nog niet grensoverschrijdend. In lichte gevallen hoef je als leraar alleen maar het kind te begrenzen. Bij ernstigere gevallen verbied je het gedrag en houd je het kind in de gaten. Gaat het om de meest ernstige vorm van seksueel grensoverschrijdend gedrag, dan schakel je hulpverlening in. Ook heeft het systeem kaarten met casussen die we als team samen konden bespreken.
"In een crisissituatie heb je geen tijd om na te denken. Dan is het prettig als je een protocol kunt volgen."
- Julia Bredero (niet haar echte naam), schooldirecteur
Seksueel gedrag duiden: normaal of niet?
Manouk Vermeulen, Senior Programmamedewerker Seksuele Vorming bij Rutgers, raadt het Vlaggensysteem ook aan. “Het is een mooi instrument om seksueel gedrag te duiden. Bepaald gedrag is heel normaal in de seksuele ontwikkeling van een kind. Het zorgt ervoor dat ouders of leraren niet meteen in een kramp schieten terwijl er niets aan de hand is.”
Protocol biedt houvast
Ook het hebben van een protocol kan houvast geven. Julia werkte een stappenplan uit waarin precies stond wat leerkrachten en directeur te doen staat als er seksueel misbruik of grensoverschrijdend gedrag gesignaleerd is. Julia: “In een crisissituatie heb je geen tijd om na te denken. Dan is het prettig als je een protocol kunt volgen. Welke taken liggen er bij de leerkrachten, welke taken bij de directeur? Wat doen we als een ouder naar de pers stapt? Wanneer lichten we de bestuurder in? Welke instanties moeten ingelicht worden?”
"We hadden haar en haar zusjes al eerder in beeld gehad. Het ging slecht met leren en we hadden het gevoel dat er iets speelde."
- Julia Bredero (niet haar echte naam), schooldirecteur
Week van de Lentekriebels
Waar Julia en haar team wilden ook tijd inruimen voor het lesgeven en praten over relaties en seksualiteit met de leerlingen zelf. “We besloten jaarlijks mee te doen aan de Week van de Lentekriebels. In elke klas worden er die week vijf lessen gegeven die passen bij de groep. Elk jaar informeren we de ouders dat we deze lessen gaan geven. Altijd zijn er wel ouders die contact opnemen, omdat ze niet willen dat hun kinderen bij deze lessen zijn. We gaan dan het gesprek aan en leggen ze uit dat dit hoort bij het Nederlandse onderwijs.”
Misbruik aan het licht
Dankzij die aandacht tijdens de Week van de Lentekriebels besloot een elfjarig meisje van Julia’s school om hulp te zoeken vanwege het misbruik door haar vader. “Ze vertelde me dat ze niet naar huis wilde, omdat haar vader met haar deed wat de juf in de klas had besproken in de Week van de Lentekriebels”, vertelt Julia. “Ik wilde zeker weten dat ik begreep wat ze me vertelde en vroeg wat hij dan precies deed. ‘Zoals je een baby maakt’, zei ze. We hadden haar en haar zusjes al eerder in beeld gehad. Het ging slecht met leren en we hadden het gevoel dat er iets speelde. Maar in gesprekken met de meisjes was er tot dan toe niets naar boven gekomen.”
Vroeg beginnen met seksuele vorming helpt
Volgens Manouk kan bepaald gedrag een signaal zijn. “Let bijvoorbeeld goed op hoe een kind reageert als er lessen seksuele vorming gegeven worden. Sommige kinderen worden emotioneel, lopen weg of worden juist stil."
Manouk legt ook uit dat vroeg beginnen met seksuele vorming heel belangrijk is. “Dat kan al vanaf groep 1 door te praten over hoe je aangeeft of je aanrakingen wel of niet fijn vindt. Of door het te hebben over verliefdheid. Dat zorgt ervoor dat kinderen gewend zijn om over deze onderwerpen te mogen praten op school. Ze zullen dan ook eerder durven praten als er iets aan de hand is.”
Geruststellen en lastige vragen
Terug naar het gesprek tussen directeur Julia en het meisje. Julia vertelde haar hoe knap ze het vond dat ze dit durfde te vertellen en vertelde haar dat ze een aantal lastige vragen moest stellen. “Ik heb pen en papier gepakt en alles opgeschreven wat ze me vertelde. Ik heb haar gerustgesteld en gezegd dat ze hoe dan ook niet naar huis zou gaan. Ik heb haar leerkracht ingelicht en haar moeder, die al op het schoolplein stond te wachten, naar binnen gehaald.”
"Als school móet je handelen om het misbruik te stoppen"
- Julia Bredero, schooldirecteur
Misbruik stoppen
Vervolgens doorliep Julia het protocol. Ze maakte melding van het misbruik, nam contact op met Samen Veilig en met Jeugdzorg en er kwam een crisisteam dat haar en het gezin verder begeleidde in het hele proces. Het gezin werd verhoord door de zedenpolitie, de vader werd opgepakt. Het leven van de meisjes en hun moeder stond op de kop. Ook was er dreiging vanuit de familie van de vader. De moeder kon de druk niet aan en de meisjes zijn in een pleeggezin geplaatst.
“Als school móet je handelen om het misbruik te stoppen”, zegt Julia. “Al merkte ik wel dat ik uitwegen ging bedenken om het niet aan te hoeven gaan. Ik dacht: ik moet hier eerst even rustig over nadenken. Of: ik moet eerst uitzoeken of het wel echt waar is. Maar nee, je moet het altijd serieus nemen en je moet direct handelen.”
Veilig schoolklimaat
Het lesprogramma tijdens de Week van de Lentekriebels droeg eraan bij dat het meisje haar verhaal durfde te doen. “Ze leren dat seks met iemand waar je verliefd op bent fijn en normaal is, als je er allebei in toestemt”, vertelt Julia. “Het meisje heeft zich daardoor waarschijnlijk gerealiseerd dat het niet normaal was wat haar vader deed. En wie weet snapte ze nu ook dat ze er misschien wel zwanger van kon worden.” Daarnaast speelde volgens Julia ook het veilige schoolklimaat een rol. “We zijn een kleine school waar het vertrouwen groot is. Het meisje voelde zich bij ons dus veilig genoeg om te vertellen wat er aan de hand was in het gezin.”
"Juist jongeren gaan meer ontdekken op het gebied van relaties. Ze hebben behoefte aan informatie."
- Manouk Vermeulen, expert seksuele vorming bij Rutgers
Ook in bovenbouw voortgezet onderwijs
In het geval van het meisje op Julia’s school ging het om een jong kind dat te maken had met seksueel misbruik. Maar uit de cijfers blijkt dat seksueel grensoverschrijdend gedrag nog veel vaker voorkomt onder jongeren van 15 tot en met 17 jaar. Manouk wijst erop dat hier nog veel te winnen valt: “Jongeren geven in onderzoeken zelf aan dat ze ook in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs behoefte hebben aan informatie. Juist dan gaan ze meer ontdekken op het gebied van relaties. Ze hebben behoefte aan informatie over hoe ze met een ander kunnen praten over hun wensen en grenzen en waar ze terechtkunnen als er iets aan de hand is.” Een positieve insteek is daarbij belangrijk, volgens Manouk. “Je wil niet dat ze seks als iets negatiefs gaan zien. Het is juist iets moois. Dus vertel ze ook hoe ze kunnen aangeven wat ze fijn vinden.”
Tips van Manouk voor onderwijsprofessionals
Dit kun jij volgens Manouk doen voor een gezonde relationele en seksuele ontwikkeling van leerlingen of studenten:
- Zorg voor een doorlopende leerlijn over relaties en seksualiteit, van groep 1 tot en met de bovenbouw voortgezet onderwijs of het mbo, zodat praten over dit thema normaal wordt.
- Kies voor erkende methodes en interventies met een positieve benadering, die niet alleen gaan over risico’s (zoals het voorkomen van soa’s), maar juist ook over wensen en relatievorming. Er zijn geschikte Gezonde School-activiteiten voor het thema Relaties en seksualiteit. Bekijk ze voor het primair onderwijs, speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs of mbo.
- Maak gedragsregels over hoe je op school met respect met elkaar omgaat.
- Zorg dat er beleid is en een protocol voor als er sprake is van seksueel grensoverschrijdend gedrag.
- Zorg dat leerlingen (of studenten) weten bij wie ze terechtkunnen als er iets is.
- Waak voor victim blaming.
Meer tips voor relationele en seksuele vorming op school?
Relaties en seksualiteit: primair onderwijs
Relaties en seksualiteit: gespecialiseerd onderwijs
Relaties en seksualiteit: voortgezet onderwijs
Over Manouk Vermeulen
Manouk Vermeulen heeft een achtergrond in de gezondheidswetenschappen en is senior programmamedewerker seksuele vorming bij Rutgers.
Rutgers is een expertisecentrum voor seksualiteit en seksuele gezondheid en kennispartner van Gezonde School voor het thema Relaties en seksualiteit.