‘Je kunt als school seksualiteit willen bespreken, maar dat moet thuis ook oké zijn’
Het thema relaties en seksualiteit vraagt om een juiste afstemming en aanpak, merkten ze bij International School Delft. In samenwerking met leerlingen werd een programma opgezet om dit lastige onderwerp bespreekbaar te maken. “Je hebt altijd te maken met verschillende meningen.”
Bij binnenkomst in de hal van de International School Delft hangen er enkele grote banners, met stellingen over ‘LGBTQ+’, ‘boundaries’ en ‘safe sex’. Een groep leerlingen volgt een sessie over relaties en seksualiteit. Er wordt soms gegiecheld, maar ook serieus geantwoord op vragen van Dennis Koot van The Map Docs. Door middel van de stellingen probeert hij een gesprek op gang te brengen. Is de school LHTBQ+-vriendelijk? De leerlingen plakken stickers op hun mening erover, van helemaal niet tot zeker wel. Om vervolgens wat reacties te krijgen. Dat lukt soms, niet altijd.
Expertise en aanpak
De International School Delt kreeg het vignet Gezonde School eind 2023 uitgereikt door wethouder Karin Schrederhof. De school heeft namelijk aantoonbaar goed gewerkt aan het thema Relaties en seksualiteit. Het behalen van het vignet is het resultaat van een traject dat sinds 2019 in gang is gezet, vertelt Elize Burgess, Gezonde School-coördinator op de internationale school, op de dag van uitreiking. “In 2021 zijn we in contact gekomen met Joline van Lier, Gezonde School Adviseur bij GGD Haaglanden. We vonden dat we ons onderwijs goed op orde hadden op veel gebieden, maar hadden behoefte aan expertise over het onderwerp relaties en seksualiteit.”
In veel internationale gezinnen wordt dit onderwerp niet besproken, aldus schooldirecteur Minke Veeneklaas. “We vonden het belangrijk om dit thema goed te tackelen en zijn dus naar een juiste aanpak gaan zoeken. Onze overtuiging is dat we vanuit een holistische aanpak met de leerlingen werken.”
Juiste context zoeken
Samen met Van Lier werkte Burgess aan het opzetten van een programma. “We begonnen echt met niks, dus we hebben veel gevraagd van Joline. Stap voor stap zijn we te werk gegaan. Welke methodes zijn er en passen deze bij ons?” Dat bleek best lastig, want op de school is Engels de voertaal. “We wilden de Nederlandse methodes gebruiken voor de juiste context, maar deze moesten dan in het Engels uitgewerkt worden. We hebben dus aanpassingen moeten doen.”
Ook werd er nagedacht over hoe het docententeam betrokken kon worden bij het thema relaties en seksualiteit. Daarbij moest worden stilgestaan bij het feit dat de leerlingen cultureel divers zijn, net als het team. “We moesten rekening houden met verschillende culturen en achtergronden. Dat is ingewikkeld, we moesten het gesprek met elkaar open en eerlijk aangaan. Daarbij stond acceptatie centraal, meningen verschillen en dat is oké. Maar tot welke basis konden we komen zodat iedereen het eens is?”
Ouders betrekken
Nadat een eerste opzet van het programma gemaakt was, werden de ouders via een brief ingelicht, vertelt Burgess. Dat zorgde voor allerlei reacties. “Ouders waren bang dat wij hun kinderen gingen vertellen hoe het allemaal precies zit. Maar het gaat er juist om dat het gesprek gaat over hoe je het ziet. Waar liggen je grenzen? Hoe communiceer ik die grenzen? Dat is het gesprek dat we willen blijven voeren.”
In die gesprekken zullen de meningen verschillen, ook thuis aan de keukentafel. Het is immers gevoelige materie. “Dit jaar pakken we het anders aan en organiseren we een koffie-ochtend voor ouders met vragen over ons programma over relaties en seksualiteit”, vertelt de coördinator. “Dat doen we in samenwerking met organisaties als Rutgers en Tante Aïscha. Je kunt als school van alles willen, maar dat moet thuis ook oké zijn.”
Toen het programma eenmaal stond, brachten de mentoren het de klassen in. Na een les koppelden zij terug hoe het gegaan was. Waar kwam reactie op en waarop niet? “Er werd gemonitord en aangepast, het was ook best spannend”, aldus Burgess. “Er zijn zoveel meningen en opvattingen, en dat zal altijd zo zijn.”
Andere meningen horen
Dat blijkt ook uit de sessie met Dennis Koot over de stellingen. Is safe sex belangrijker voor meisjes dan voor jongens? Uit de reacties blijkt dat de meningen verschillen. Na de sessie vertelt Yara (16 jaar) dat ze het goed vindt dat deze onderwerpen op school besproken worden. “Ik zou er thuis niet over beginnen. Ik ben inmiddels al wat ouder, dus voor mij horen deze onderwerpen bij het leven. Maar voor de jongere leerlingen is het denk ik nog wel wat gênant om hierover te praten.”
Ook Fien (16 jaar) vindt het goed dat de school deze onderwerpen behandelt. “Het is goed om andere meningen te horen en te weten te komen hoe anderen zich voelen.” Het beantwoorden van de stellingen met stickers helpt daarbij, ook omdat dit anoniem kon, vindt ze. “Ik snapte ook wel dat niet iedereen antwoord wilde geven op vragen die daarna gesteld werden over hun antwoorden, dat is dan toch te direct.” Klasgenoot Temelko knikt. “Ik vind het ook goed dat het besproken wordt, ja.”
Dialoog aangaan
Joline van Lier is als Gezonde School-adviseur nauw betrokken geweest bij dit hele driejarige proces. “Je moet een nieuwe school leren kennen, kijken hoe ze werken aan gezondheidsbevordering en hoe onderwijs en gezondheid samen kunnen komen.” Dat de school voor het thema relaties en seksualiteit heeft gekozen is mooi, omdat dit ook een van de kerndoelen van onderwijs is, vindt ze. “Het is krachtig om te zien dat de school het behalen van het vignet niet alleen ziet als een doel op zich, maar dat er gekeken wordt naar visievorming en een gedragen beleid met effectieve interventies en een schoolbrede en integrale aanpak. Ze willen echt de dialoog aangaan.”
Hierbij hielp Van Lier waar nodig, bijvoorbeeld bij de procesbegeleiding op de visievorming. Daarnaast droeg ze voorbeelden aan, las ze mee als er beleid geschreven was, bekeek ze de gekozen interventies en zocht ze partijen voor ondersteuning bij dit alles. Ook benadrukte ze het belang van co-creatie met leerlingen en ouders, een werkwijze die de school op het welbevinden van leerlingen toepast.
Dat ook de gemeente ondersteuning bood was Van Lier een voordeel. “Hierdoor konden er goede gemeentelijke en ook regionale afspraken gemaakt worden. Daar ben ik heel blij om. Samen kom je verder en sta je sterker.” Daar is wethouder Karin Schrederhof het mee eens. “Gezondheid staat bij ons nog in een breder kader. In discussies met het Rijk zien we dat het onderwerp steeds belangrijker wordt, zowel mentale als fysieke gezondheid. Dan moeten we bij de kinderen starten. Door gesprekken te voeren en het goede voorbeeld geven. Wat is goede gezondheid?”
Uiteindelijk beïnvloeden de gezondheidsthema’s elkaar ook, voegt Van Lier toe. “De school is goed bezig met het thema welbevinden, daar is werken aan relaties en seksualiteit ook van invloed op. Daarnaast is een thema als mediawijsheid, denk aan 'sexting', ook verbonden.”
Gezond gedrag stimuleren
Om tot een goed en passend programma te kunnen komen, werkten ze in co-creatie met de leerlingen. Zowel Yara, als Fien en Temelko zitten in de student council, een groep leerlingen die zich actief bezighoudt met het onderwijs. Zij werden betrokken bij de afstemming, om vervolgens tot visievorming te komen. “Uiteindelijk draait het om gezond gedrag stimuleren bij een jonge groep leerlingen met een passend aanbod”, aldus Van Lier. “We hopen dat gezonde relaties en gezonde seksualiteit toeneemt. En dat grensoverschrijdend (seksueel) gedrag afneemt. En als het wel gebeurt, dat iemand vraagt of de ander oké is. En er een plan voor ondersteuning is.”
Voor de gemeente is inzet op gezonde relaties en seksualiteit ook belangrijk, zegt Van Lier. Er loopt momenteel een intensiveringsplan op dit thema. “Hierin werkt de GGD in de uitvoering samen met onder anderen de JGZ, TU Delft en de scholen. Dit past binnen het gezondheidsbeleid, waarbinnen gewerkt wordt volgens positieve gezondheid. Er is dus ook veel samenwerking met leerlingen en studenten."
Bijschaven en aanpassen
Directeur Veeneklaas wil graag verder met het onderwerp welbevinden. “We hebben al een groot welzijnsprogramma opgezet na corona. En onze leerlingen zijn soms maar een paar maanden bij ons, omdat het gezin dan weer verhuist. We moeten een veilige plek zijn.” Er is aandacht voor angsten en mindfulness tijdens mentorlessen, er is een wellbeing day vlak voor de toetsweek, om even te focussen op relaxen en sporten. “We bieden ook extra leerlingenondersteuning, dat houden we bewust laagdrempelig. Onze volgende stap is het themacertificaat welbevinden behalen.”
Niet voordat er eerst gevierd wordt dat International School Delft het themacertificaat relaties en seksualiteit behaald heeft. “Dit is niet een eindpunt”, benadrukt Burgess. “We zijn altijd bezig met het bijschaven en aanpassen van ons programma, dat zal ook zo blijven. De jeugd ontwikkelt zich zo snel en er zijn altijd weer nieuwe kwesties die zich aandienen. We moeten feeling houden met hun leefwereld en ons programma hierop aanpassen.”
Daar is Van Lier het ook mee eens. “De Gezonde School is nooit klaar. Het vignet behalen is niet het doel, het opzetten van beleid en het openen van het gesprek is dat wel. Maar dit vignet is wel een beloning dat de school dubbel en dwars verdiend heeft met al het werk dat is gedaan om tot dit punt te komen.”
Over Joline
Wie: Joline van Lier
Wat: Gezonde School-adviseur, Adviseur lokaal gezondheidsbeleid Delft, Regionaal programmaleider Rookvrije Omgeving.
Waar: Afdeling Gezondheidsbevordering van GGD Haaglanden.
Over Elize
Wie: Elize Burgess
Wat: Gezonde School-coördinator en Student Support
Waar: International School Delft